Foris V-pad deel 3.
Op 18 maart 2012 reden we naar Kinderdijk. Na anderhalve kilometer kwamen we er achter dat het pontje pas om 11 uur zal gaan varen. Daar gingen we dus niet op wachten. Daarom reden we maar om via Werkendam. We pakten de snelwegen om vervolgens om 10:15 uur in Kinderdijk aan te komen. We wezen Lida en Ludo daar even de weg en wij begonnen om 10:25 uur aan onze wandeling.
Het was best fris. We konden onze flace-truien met de trainingsjacks daarover heen goed gebruiken.
De route ging via de voor ons bekende weg tussen de molens door. Maar al snel verlieten we de gebaande paden om op een grasdijk terecht te komen. Dit zouden we vandaag meer meemaken.
We liepen bijvoorbeeld achter Oud Alblas langs via het Tiend-pad, een smal pad met aan beide kanten een sloot. Om de haverklap kwamen we hekken tegen waar we via stapbalken buitenom of over de hekken heen moesten.
We hadden er niet op gerekend een horecagelegenheid tegen te komen. Maar het zit ook wel een keertje mee. Het in ons boekje afgebeelde kopje koffie bij Oud Alblas was niet aan de overkant van het water, maar langs de route. Het broodje brie in café de Krom smaakte heerlijk. Daarna vervolgeden wij ons pad langs een wipwatermolen die net opgestart werd door de molenaar. Al snel zoefden de wieken dat het een lieve lust was. Met deze wind wilde dat ook wel.
Pas na 14 kilometer kwamen we langs de plaats in Baanhoek waar Debby ons vorig jaar op zou hebben gepikt. We moesten er niet aan denken dat we toen die 14 kilometer op smalle en ongelijke paden in de regen nog hadden moeten lopen. Wij hebben toen dus echt een verstandig besluit genomen om toen de wandeling bij Kinderdijk af te breken.Op een gegeven moment brak de zon door en werd het zowaar behaaglijk. In ieder geval reden om de trainingsjacks uit te doen. Dat daarna de zon weer achter de wolken verdween en wij op een dijk onbeschut weer in de wind terecht kwamen mocht de pret niet drukken.
Vrij vlot kwamen wij bij het pontje bij de ‘Kop van ’t Land’ dat nu wel in de vaart was. Aan de overkant gekomen viel ons oog op een wandelgebied dat via de dijk in de richting lag van ons hotel. Wij dachten dat deze dijk een betere keuze was dan de weg. Jammer, dat de dijk eindigde bij een water waar geen brug maar een afsluiting met drijvende ballen lag. Dus terug. Op dat moment belde Lia dat zij voor de pont stonden en of ze ons moesten oppikken. Lekker. Wij liepen de dijk weer terug naar de pont en bij de weg namen we de ‘taxi’.
Het was een mooie maar frisse wandeldag.
Bekijk de route.
Om een extra rit tussen start en finish van dit traject te voorkomen liepen we van zuid naar noord. Dus reden we eerst naar de Boendersweg in ’s-Gravendeel. Daar is namelijk een bushalte die het ons in de toekomst mogelijk maakt de route via het openbaar vervoer te vervolgen.
Vanaf die bushalte zochten we de route op. In ieder geval moesten we door de Kiltunnel lopen Maar ja, aan welke kant loopt de route. Je kon namelijk aan beide zijden de tunnel doorlopen. Het enige probleem was echter om de weg over te steken. Dat gaat zomaar niet.
Met de routekaart en een goed stel ogen kwamen we er uit. De route liep aan de noordkant van de tunnel. Bij het naar beneden lopen viel ons op wat een enorme herrie een binnenrijdende vrachtauto maakt. Horen en zien vergaan. Aan het einde van de tunnel was een taludtrap aanwezig waarna we de route langs de Dortsche Kil konden voortzetten. Via een industrieterrein en de buitenwijken van Dordrecht liepen via een viaduct over de A16 verder door de polders. In vergelijking met het traject van gisteren vonden we dit gedeelte van het pad wat saai. Veel polderwegen en weinig water. Maar je kunt niet alles hebben. Wij waren wel uitermate tevreden over het voorjaarszonnetje wat uitbundig scheen.
Na een kilometer of 10 kwamen we bij de schorren van de Nieuwe Merwede. Dat gedeelte van de route vergoede alles. Het pad slingerde door de schorren met overal grienden en rietvelden. Werkelijk een schitterend gebied. Rond 14:00 uur kwamen we weer bij Kop van ’t Land waar we een van de auto’s hadden geparkeerd. Vanaf hier reden we weer naar ’s Gravendeel om de tweede auto op te halen.
Weer een schitterende wandeling.
Bekijk de route.
Het lenteweer bleef maar aanhouden. Snel werden (op 27 maart) de rugzakken dus weer klaargemaakt om het volgende traject van de route te lopen. Op de parkeerplaats aan de Boenderweg was nog net een plaatsje vrij dus konden we snel richting Dortsche Kil lopen. Na goed 100 meter kwamen we op de dijk een op zijn rug liggend schaap tegen. Mieke weet zich te herinneren dat een schaap dit niet overleeft en rolt snel het schaap om (wat haar wonderwel eenvoudig lukt). Het schaap kon dan wel niet meteen op de poten staan, maar lag er in ieder geval weer wat beter bij. Verderop bleek een schaap net te hebben gelammerd. Een lammetje stond wankelend op haar pootjes. Een ander lammetje had de geboorte niet overleefd. Nog iets verderop lag een lammetje voor dood naast haar moeder. Toen Mieke het lammetje aaide kwam het echter snel ‘tot leven’. Toen we nog twee schapen passeerden waarbij het lammeren bezig was was het voor ons duidelijk dat we alles in het werk moesten stellen om iemand te waarschuwen. Een voorbijganger wees ons een boerderij waar Ronald ging aanbellen. Dit bleek inderdaad de eigenaresse van de schapen te zijn die snel haar laarzen aan deed en samen met man of zoon met tractor en wagen richting dijk gingen.
Wij liepen door tot het dorpje Strijensas. De route gaf twee mogelijkheden aan om te pauzeren. Beiden bleken echter gesloten te zijn. Een mevrouw die haar huis aan het schilderen was en waar wij op zoek naar koffie 3x passeerden, nodigde ons gastvrij uit om in haar tuin een kopje koffie te drinken. Wij hadden een geanimeerd gesprek met José, onder het genot van een kopje koffie en een zoete versnapering. Wij gaven José (onze gastvrije ‘herbergierster’ de tip om een dagcafeetje te openen. Zij zat zo fantastisch op een hoek, waar heel erg veel mensen even een praatje maakten.
Vanuit de tuin keken wij op een gerestaureerde ophaal brug die dateerde uit 1908.
Na Strijensas liepen we het Land van Essche in. Een schitterend natuurgebied. Omdat het laatste tijd niet geregend had konden we het alternatieve laarzenpad kiezen. We hebben met volle teugen genoten van alle vogels, eenden, paardjes en Gallowee runderen. Bij de ingang van het natuurgebied stond dat we op veilige afstand moesten blijven van de Gallowees, maar doordat we via een brug een watertje over moesten konden we niet anders dan op enkele meters afstand de runderen passeren. Gelukkig waren er nog geen kalveren, dus de dieren hadden er niks op tegen dat wij zo dichtbij langs liepen. We slaakten wel een zucht van verlichting toen we ze voorbij waren.
Om de Plaat van het land van Essche te verlaten moesten we ons zelf met een trekveer naar de overkant trekken. Leuk!
Na het natuurgebied werd de route saaier. In een lange (bijna) rechte lijn liepen we de resterende 8 km naar Numansdorp. Weinig enerverend. Onderweg bood een man ons nog aan om onze bidons te vullen en als we wilden mochten we ook even in zijn tuin uitrusten. Wij bedankten hem vriendelijk, want we wilden graag de bus van 16:00 uur halen in Numansdorp. Het eerste traject had ons zoveel plezier opgeleverd dat de laatste 8 km onze mening over de hele dag niet kon beïnvloeden.
In Numansdorp zochten we, na een heerlijk softijsje, de bushalte waar we met een overstap in Strijen weer bij onze auto in ’s-Gravendeel kwamen. Daar was trouwens wel communicatie tussen de beide bussen voor nodig, omdat de bus vanuit Numansdorp een flinke vertraging had opgelopen. Een prima service van de buschauffeurs!
Bekijk de route.
Op 6 juni 2012 rijden we in de regen naar Helwijk. Even komt de gedachte op om het wandelen maar het wandelen te laten en door te rijden naar zus Annelies in Zeeland. Maar de weersvoorspellingen voorzien opklaringen in de middag. Dus parkeren we de auto toch maar bij de bushalte in Helwijk. Met de bus rijden we naar Numansdorp waar de chauffeur zo vriendelijk is om ons uit te laten stappen bij het punt waar we met onze tocht gebleven zijn. Het scheelt ons toch weer een paar kilometer lopen.
Via een grasdijk en een lusje lopen we naar de Haringvlietbrug en de daarachter liggende Volkeraksluizen. Imposante bouwwerken, maar met een flinke bries uit het westen niet het mooiste wandelstuk van de route.
Na de Volkeraksluizen moeten we een talud af. Alhoewel we erg voorzichtig zijn omdat we tussen hoge brandnetels naar beneden proberen te wandelen glijdt Mieke net voor we weer de weg opgaan, uit op een houten haspel die door de regen erg veel algen heeft opgebouwd. Gelukkig levert dit alleen een gevoelige plek aan haar pols, een vuile broek en brandneteljeuk aan haar handen op. Het had veel beroerder kunnen aflopen: tel je zegeningen!
Verderop gaat de route door een bos waar de brandnetels twee meter hoog staan. Op zich niet erg als het wandelpad maar breed genoeg is. Dat is echter niet het geval. Het pad is amper 40 cm breed. Reden genoeg om de organisatie hiervan op de hoogte te brengen. Het aanbieden van een beschikbaar alternatief is raadzaam. En dat ligt er ook, maar dat zie je pas als je uit de brandnetels komt. Uiteindelijk lopen we Willemstad binnen en dat maakt veel goed. Eerst versterken we de inwendige mens bij het Wapen van Willemstad. Inmiddels is het zonnetje gaan schijnen zodat we niet binnen maar op het terras buiten gaan zitten. Wij genieten en zijn blij dat we ons eerdere plan, om de wandeling maar te laten zitten, hebben laten varen.
We lopen over de wallen om Willemstad heen en vervolgens naar Helwijk waar we onze auto weer aantreffen.
We rijden naar Hotel Borgh in Zevenbergen. Hier zullen we 2 nachten slapen. Het ziet er allemaal perfect uit.
Bekijk de route.
De volgende dag naar Steenbergen. Het gebruik van het Openbaar Vervoer is sterk afhankelijk van het gebruiksgemak en de dienstverlening van het personeel. Gisteren kregen we (weer) een mooi voorbeeld van de perfecte dienstverlening. Vandaag echter was het tegenovergestelde het geval. In West Brabant zijn twee organisaties werkzaam, te weten Veolia en Arriva. Wij probeerden van Steenbergen naar Willemstad te rijden en deden daar 2 uur en 10 minuten over. Met de auto doe je over deze 19 km ongeveer 20 minuten. Tja, als je daarmee de mensen in de bus moet krijgen?
De route van vandaag was saai. Veel lange wegen door de polder en weinig afwisseling. Positief was de lunch in Dinteloord bij de Beurs. Ook plezierig was het contact met de twee echtparen uit Dinteloord die wij onderweg tegen kwamen. Samen met hen hebben op een terrasje in De Heen een frisje gedronken. Zij wezen ons er op dat langs het water lopen voorbij de Heen niet mogelijk is vanwege de aanleg van een aquaduct. Wij hebben die raad opgevolgd en inderdaad konden wij aan de zuidelijke kant van de werkzaamheden zien dat de weg daar volledig is afgesloten.
De laatste kilometers waren vermoeiend vanwege de lange route en de regen. Veel regen viel er niet maar het viel toch zwaar zo op het eind van de route.
Bekijk de route.
Af en toe zit het mee en af en toe zit het tegen. Gisteren hadden we slechte ervaringen met het openbaar vervoer, vandaag ging het prima. Terwijl we op lijn 101 stonden te wachten komt lijn 111 aanrijden. De chauffeur meldt ons desgevraagd dat hij ook langs Steenbergen rijdt en zo zitten we veel sneller in de bus dan we hadden verwacht.
De wandeling vanuit Steenbergen is gevarieerd en leuk. Geen eindeloos lang lijkende wegen, maar paadjes door bossen en weilanden. Regelmatig moeten we over hekken klimmen, lopen we dwars door weilanden of door natuurgebieden. Hier en daar is de markering verdwenen. Maar met de kaartjes en de tekst kwamen we er altijd uit.
Rond twee uur komen we in Bergen op Zoom bij het kruispunt van diverse wandelwegen aan. Het einde van het Floris V-pad. Voldaan drinken we een kopje koffie bij de Boshut en wachten de komst af van neef Leon en Joop.
Bekijk de route.
Ons volgende lange afstandswandelpad wordt het Grote Rivierenpad.